
De COGEM (commissie genetische modificatie ) heeft in een recent advies geadviseerd dat alle momenteel bekende SARS-CoV-2-varianten in pathogeniteitsklasse 2 ingedeeld kunnen worden. In het advies (CGM/241210-01) kunt u nalezen welke SARS-CoV-2 varianten het betreft. Naar aanleiding van het uitgebrachte advies heeft Bureau GGO (genetisch gemodificeerd organisme ) enkele vragen ontvangen met betrekking tot de wijze waarop met dit advies wordt omgegaan. Hieronder lichten wij toe hoe het advies is opgevolgd en wat dat voor u betekent.
Wat moet u doen als u met SARS-CoV-2 varianten op niveau II wilt werken?
De betreffende stammen komen in aanmerking om op niveau II te worden gehanteerd onder de voorwaarden vermeld in het COGEM advies. U kunt hiervoor een 2.8-verzoek indienen, voorzien van een gedetailleerde beschrijving van de voorgenomen activiteiten, inclusief een bijbehorende risicobeoordeling. Wij adviseren u in uw risicobeoordeling waar mogelijk aan te sluiten bij het COGEM advies.
Komen de SARS-CoV-2 varianten in aanmerking voor plaatsing in Bijlage 4 van de Regeling ggo?
De COGEM geeft in haar advies aan dat werkzaamheden die (mogelijk) kunnen leiden tot het verhogen van de pathogeniteit, de virulentie of de transmissie, uitgevoerd moeten worden op inperkingsniveau III. Het betreft hier onder meer veranderingen in het gastheerbereik van de SARS-CoV-2-virussen of het herhaaldelijk passeren van gg-SARS-CoV-2-virussen. Vanwege deze potentiële risico’s komen deze varianten vooralsnog niet in aanmerking voor plaatsing op Bijlage 4 van de Regeling ggo.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen of opmerkingen? Mail dan naar BGGO@rivm.nl.